Praktijk examen
Het zelfstandig kunnen autorijden is belangrijk, niet alleen ná het behalen van je rijbewijs, maar ook tijdens het examen. Een deel van het examen rijd je via het navigatiesysteem, het andere deel op aanwijzingen van de examinator. Hij kijkt of je veilig rijdt en let daarbij onder meer op de beheersing van de auto, het kijkgedrag en het voorrang verlenen. Dat geldt voor alle examenonderdelen:
Het praktijkexamen kent zeven onderdelen:
- wegrijden
- rijden op rechte en bochtige weggedeelten
- kruispunten en afslaan
- invoegen en uitvoegen
- inhalen en zijdelings verplaatsen
- bijzondere weggedeelten (in/uitrit, erf, overweg, voetgangersoversteekplaats, bushalte en rotonde)
Bijzondere verrichtingen
Recht achteruitrijden (20 meter)
Bochtje achteruit
Vakparkeren (vooruit of achteruit)
Fileparkeren
Omkeren door te steken
Omkeren door een halve draai
Hellingproef
Vóór het wegrijden doe je op het parkeerterrein een ogentest. Je leest een kenteken op een afstand van ongeveer 25 meter. Daarna stelt de examinator jou enkele vragen over de auto. Bijvoorbeeld over het checken van de motorvloeistof, waar je op let bij de banden of over de lampjes op het dashboard.
De route is iedere examen anders. De examinator zorgt ervoor dat alle zeven examenonderdelen aan de orde komen. Tijdens het examen zul je dus altijd een gedeelte over de autosnelweg rijden, waarbij vooral gelet wordt op het invoegen en uitvoegen, maar ook op het inhalen.
Tijdens de examenrit doe je twee bijzondere verrichtingen. De examinator bepaalt welke, maar jij bepaalt op welke plek je deze uitvoert. Je oefent deze bijzondere verrichtingen vaak genoeg zodat je ermee vertrouwd bent.
Je kunt bij ons ook een proefexamen (Tussentijdsetoets) bij het CBR doen, je ervaart dan hoe een echt examen is. Een CBR-examinator rijdt met jou een examenroute en geeft na de rit aan wat er goed ging en eventueel wat er beter kan. Op die manier ben je goed voorbereid op het echte examen. Als je tijdens deze rit de bijzondere verrichtingen voldoende hebt uitgevoerd, krijg je vrijstelling en hoef je bij het echte examen de bijzondere verrichtingen niet meer te doen.
Onze ervaring is dat leerlingen die een Tussentijdsetoets doen, beter voorbereid zijn voor hun examen en een grotere slagingskans hebben. We staan achter deze toets en raden onze kandidaten aan om deze toets te doen.
Zelfreflectie
Aan het begin van het examen lever je het zogenaamde zelfreflectie-formulier in. Na het examen zal de examinator het formulier met je doornemen.
Op het formulier staan zeven stellingen. De onderwerpen zijn:
- omgaan met het voertuig
- veiligheid
- doorstroming
- sociaal rijgedrag
- milieu bewust rijden
De bedoeling is dat je via dit formulier zelf aangeeft wat je sterke en zwakke punten zijn. Op deze manier wordt je je bewuster van je eigen rijgedrag.
Wij zullen met jou al vrij snel dit formulier behandelen. Je zult zien dat de scores tijdens de opleiding zullen veranderen.
Je kunt geen foute antwoorden geven en heeft daarom ook geen invloed op de uitslag van het examen.